Van enkele veel voorkomende kevers vind je hier foto's en een korte beschrijving. Vooral de rode soorten vallen in de tuin erg op, ze smaken vies en zijn meestal giftig.
Leliehaantje, Lilioceris lilii
Een rood met zwarte kever is het leliehaantje Lilioceris lilii. Deze kever kom je uitsluitend tegen op de lelies. Meestal merk je ze pas op als de lelieplanten al voor een deel zijn opgegeten. Vaak zijn dan ook de geel of rode eitjes en de larven van het leliehaantje aanwezig. De larven camoufleren zichzelf met hun uitwerpselen en zien er uit als een hoopje drek. De jonge larven eten de onderkant van het blad en laten de bovenkant heel. Zoals op de foto van de kleine larven en lege eieren is te zien.
Jonge larven en lege eieren Leliehaantje, Lilioceris lilii
Op onderstaande foto zie je zes grote larven die een lelieblad vanaf de top opeten, ze zijn geheel bedekt met uitwerpselen.
Leliehaantje larven, Lilioceris lilii
Leliehaantjes zijn harde kevers die je niet zomaar op het zand kunt dood drukken. Het makkelijkst om ze van de lelies af te krijgen is ze stuk voor stuk verzamelen in een potje. Dit gaat makkelijk als je gebruik maakt van hun methode om te ontsnappen, ze laten zich vallen als ze zich bedreigd voelen. Als je dit weet is het zaak een potje onder het blad met de kever te houden en je hebt hem. Toen ik eens een tiental kevers in een jampot had gevangen hoorde ik een knerpend geluid uit het potje komen. De kevers kunnen dus ook geluid maken, het achterlichaam wordt dan bewogen tegen de dekschilden. Dit is waarschijnlijk een methode om vijanden af te schrikken.
Erg bekend zijn de lieveheersbeestjes, nuttigge kevers waarvan zowel de larven als de volwassen kevers erg veel bladluizen eten. Er komen in Nederland erg veel soorten voor, de soorten kun je hier bekijken stippen.nl
lieveheersbeestjes
larve Aziatisch lieveheersbeestje
Eind april tot in juni kun je grote dikke bruine kevers tegen komen, vooral in het oosten van het land. Het is de Meikever, Melolontha melolontha ze maken een luid brommend geluid bij het vliegen. De larven leven van plantenwortels en veroorzaken vaak schade aan grasvelden. De kevers eten bladeren, de dieren op de foto's zaten op eik.
Meikever, Melolontha melolontha
Meikever, Melolontha melolontha
In het voorjaar, mei/juni kun je de rupsenaaskever, Dendroxena quadrimaculata aantreffen. Hij jaagt actief op rupsen en eet ook de processie rupsen.
Rupsenaaskever, Dendroxena quadrimaculata
Veel voorkomend zijn de volgende twee zwart met oranje/rode aaskevers. Er zijn meerdere zo gekleurde soorten in Nederland, maar de andere soorten zijn zeer zeldzaam. De Gewone en de Krompoot doodgraver zijn makkelijk van elkaar te onderscheiden. Kijk naar het kwastje aan het eind van de antenne's, bij de krompoot is die oranje, bij de gewone is het kwastje zwart.
Krompootdoodgraver, Nicrophorus vespillo
Krompootdoodgraver, Nicrophorus vespillo
Gewone doodgraver, Nicrophorus vespilloides
In Nederland komen twee soorten vuurkevers voor, de Zwartkopvuurkever Pyrochroa coccinea
en de Roodkopvuurkever Pyrochroa serraticornis.
Het zijn beide rood met zwarte kevers.
De larven van deze kevers leven van insecten en
komen voor onder de schors van dode bomen. De kevers van de
zwartkopvuurkever zie ik vaak in mei en juni op het brandhout.
De roodkopvuurkever komt minder veel voor en is kennelijk gebonden aan wilgen. Je herkent de dieren door de typische vorm van de antennes.
Roodkopvuurkever, Pyrochroa serraticornis
Roodkopvuurkever, Pyrochroa serraticornis
Zwartkopvuurkever, Pyrochroa coccinea
Zwartkopvuurkever, Pyrochroa coccinea
De boktorren zijn vooral bekend en berucht door de aantasting van hout door de larven. Het zijn de larven die de schade veroorzaken. Echter lang niet alle soorten zijn schadelijk. De larven van de Distelboktor Agapanthia villosoviridescens ontwikkelen zich in kruidachtige planten.
Distelboktor, Agapanthia villosoviridescens
Distelboktor, Agapanthia villosoviridescens
Iets kleiner dan de zwartkopvuurkever is de Vuurboktor Pyrrhidium sanguineum eigenlijk met dezelfde zwarte kop en poten en rode rug en dekschilden. Groot verschil dat direct opvalt zijn de dikke dijen en anders gevormde antennes. De larven leven onder de schors van vers gekapte eiken.
Vuurboktor, Pyrrhidium sanguineum
Vuurboktor, Pyrrhidium sanguineum
De Gewone smalboktor Stictoleptura rubra is een algemeen voorkomende soort in Nederland. De larven
leven voornamelijk in rottend dennenhout. Het rode exemplaar is een vrouwtje, bij deze keversoort is het geslacht
van de dieren erg duidelijk te zien, het mannetje is kleiner en heeft een andere kleur,
geelbruine dekschilden en een
zwarte kop en halsschild. Dit verschijnsel, van verschil tussen de geslachten, wordt geslachts dimorfisme genoemd.
Net als het leliehaantje maken deze kevers geluid als je ze vastpakt.
Gewone smalboktor, Stictoleptura rubra man
Gewone smalboktor, Stictoleptura rubra vrouw
Vaak zie je de boktorren op de bloemen van schermbloemigen, deze plantengroep heeft bloemetjes waarbij ook insecten zonder lange zuigsnuiten bij de nectar en pollen kunnen komen.
Getailleerde boktor, Stenopterus rufus, stel
Kleine wespenboktor, Clytus arietis
Grote wespenboktor, Plagionotus arcuatus
Korte smalboktor, Pachytodes cerambyciformis
Korte smalboktor, Pachytodes cerambyciformis, stel
Zwarttip-smalboktor, Paracorymbia fulva
Tweekleurige smalboktor, Stenurella melanura
Kleine zwarte smalboktor, Stenurella nigra
Slanke smalboktor, Strangalia attenuata
(ringen op de antennes) Geringelde smalboktor, Leptura maculata
vliegende Geringelde smalboktor, Leptura maculata
Gevlekte smalboktor, Leptura quadrifasciata
De Gewone bloesemboktor, Grammoptera ruficornis is vrij klein, tot 7 mm. De larven leven onder de schors van verdorde takken van verschillende soorten loofhout.
Gewone bloesemboktor, Grammoptera ruficornis
De Muskusboktor, Aromia moschata is groot en fraai glimmend. De larve ontwikkelt zich in levende wilgenbomen. Op de foto twee mannetjes die vechten om een vrouwtje, het grote exemplaar.
Muskusboktor, Aromia moschata
De Nevelboktor, Leiopus nebulosus en de Schijn-nevelboktor Leiopus linnei zijn op een foto niet uit elkaar te houden, om ze te determineren moet je de kever doden en inwendig naar de geslachtorganen kijken. Dat doe ik niet en daarom hier een foto van een van de beide soorten Leiopus. Deze soort ontwikkeld zich onder de bast van dood hout van diverse loofbomen, vooral onder hout dat op de grond ligt en erg vochtig is.
Leiopus spec
De Naald-kortschildboktor, Molorchus minor is ook vaak op bloemen te vinden. De larve ontwikkelt zich onder de schors van dode naaldbomen. De kever is te herkennen aan het witte streepje op elk van de korte dekvleugels.
Naald-kortschildboktor, Molorchus minor
Rhagium bifasciatum, Bonte Ribbelboktor, een dier dat ruim twee centimeter lang kan worden. De larven leven onder de schors van dood hout van zowel naald als loof bomen. In het vroege voorjaar zie je de kevers vaak in het bos bij stapels boomstammen van naaldhout. Het dier op de foto kwam, in een naaldbos met veel stammen op de grond, aanvliegen en lande op mijn arm.
Bonte Ribbelboktor, Rhagium bifasciatum
Rhagium inquisitor, Grijze Ribbelboktor, De larven leven onder de schors van dood hout van vooral naald- maar ook loof-bomen. De kevers overwinteren in de boom waar ze als larve hebben geleefd en komen in het voorjaar naar buiten. Je kunt ze aantreffen op stapels verse boomstammen van naaldhout. Het dier van de foto zat op een vers gezaagde, van het hars druipende stam van een spar.
Grijze Ribbelboktor, Rhagium inquisitor
Grijze Ribbelboktor, Rhagium inquisitor
Rhagium mordax, Geelzwarte Ribbelboktor, ook wel Gemarmerde Eikenboktor, vind ik een erg mooie kever. De larven leven onder de schors van dode loofbomen, vooral eiken. Het is een indrukwekkende kever van wel 2 cm lengte. Deze kevers kun je op bloemen aantreffen net als bovenstaande soorten.
Geelzwarte Ribbelboktor, Rhagium mordax
Geelzwarte Ribbelboktor, Rhagium mordax
Een echt grote boktor, tot 3 cm lang, is de Grote Populierenboktor, Saperda carcharias. De larven van deze kever leven in de stam van populieren en kunnen zo schade aan de boom toebrengen. Het is een soort die in de schemering actief is, de kevers eten van de populieren bladeren.
Grote Populierenboktor, Saperda carcharias
Grote Populierenboktor, Saperda carcharias
Een mooi getekende boktor is de Ladderboktor. Je treft ze aan op eiken.
Ladderboktor, Saperda scalaris
Nog een grote en plompe boktor is de Weverboktor Lamia textor.
Weverboktor, Lamia textor
De veranderlijke boktor, ook wel brandhout boktor genoemd Phymatodes testaceus kom je ook vaak tegen op het brandhout. Deze boktor lijkt op de kevers van de volgende groep de soldaatjes. Eén van de verschillen is dat de voelsprieten veel langer zijn. De kleur van deze boktor kan nogal variëren, behalve de kleur van de dieren op de foto's komen ook veel donkerder gekleurde exemplaren voor.
Veranderlijke boktor, Phymatodes testaceus
Veranderlijke boktor, Phymatodes testaceus
Een kleine boktor, tot 6 mm, is de Gewone borstelboktor, Pogonocherus hispidus. De larven leven onder de schors van verse, dunne dode takken.
Gewone borstelboktor, Pogonocherus hispidus
Gewone borstelboktor, Pogonocherus hispidus
Een ander veel voorkomende kever is het rode soldaatje, Cantharis rufa. Deze kever is giftig
en heeft door zijn rode waarschuwingskleur niets van vogels te duchten, daardoor zitten ze vaak prominent op kruidachtige
planten. Op de bovenste foto is hij gefotografeerd op het boerenwormkruid. De kevers leven van insecten en eten ook nectar
en pollen.
Er komen veel soorten van deze weekschild- kevers in Nederland voor en de soorten zijn
vaak moeilijk te onderscheiden. Het zwarte soldaatje heeft
een echte dubbelganger en is daar alleen door een verschil in het genitaal apparaat van het mannetje van te
onderscheiden. Op de foto dus het zwarte soldaatje, Cantharis obscura of C. paradoxa.
Op de foto ernaast staat de larve van een soldaatje. De larven zijn carnivoor en leven van insekten,
wormen, slakken en dergelijke, nemen soms ook plantaardig materiaal.
Rood soldaatje, Cantharis rufa
Geel soldaatje, Cantharis livida
Zwartpootsoldaatje, Cantharis fusca
Zwarte soldaatje
larve soldaatje, Cantharis spec.
Een veel voorkomende kever familie vormen de kniptorren, in Nederland meer dan 70 soorten. Bij deze soorten zijn er enkele die ook een zwart met rode tekening hebben. Meestal zijn het echter grijs bruine dieren. Als je een kever vastpakt begint hij klik geluiden te maken en voel je een snelle beweging tussen je vingers. Het is een afweermechanisme om zijn aanvallers te doen schrikken. Het wordt ook gebruikt als de kever op zijn rug ligt. Het borststuk heeft aan de onderkant een uitsteeksel dat in een uitsparing van het achterlijf past. Door de zaak op spanning te zetten en dan ineens de pen in de uitsparing te laten schieten ontstaat de klik en wordt de kever van de ondergrond gelanceerd, soms wel tien cm hoog. Daarmee gaat hij door tot hij weer op zijn buik ligt. De larven leven in de grond en worden ritnaald genoemd, ze leven van plantenwortels en knollen en kunnen grote schade aanrichten aan de planten. De kever eet verder ook bloemen en nectar maar is niet zo schadelijk omdat hij veel minder eet. Hieronder een aantal soorten.
Bloedrode Kniptor, Ampedus sanguineus
Dennenkniptor, Ampedus balteatus
Roodhalskniptor, Cardiophorus ruficollis
Gestreepte Kniptor, Agriotes lineatus
Muisgrijze Kniptor, Agrypnus murina
Gerande kniptor, Dalopius marginatus
Behalve het verzorgen van de bloementuin, verbouwen we groente en aardappelen. Nadat we jarenlang geen Colloradokevers (Leptinotarsa decemlineata) hebben gehad zijn ze de laatste jaren volop aanwezig. Je moet echt regelmatig de aardappelplanten afzoeken op de kevers en de rode larven anders hou je geen plant over.
Coloradokeverlarve, Leptinotarsa decemlineata
Coloradokever pop, Leptinotarsa decemlineata
Coloradokever, Leptinotarsa decemlineata
De larven van de Groene distelschildpadtor Cassida rubiginosa houden er een vergelijkbare wijze van camouflage op na als de larven van het leliehaantje. Hier worden behalve de uitwerpselen ook de vervellinghuidjes op een vorkje aan de staart boven het lichaam van de larve gehouden. Af en toe zie je de larve het geheel even opklappen zoals op de foto's is te zien. Het schild van dit kevertje is ruim bemeten, poten en kop kunnen onder het schild worden teruggetrokken.
Groene distelschildpadtor larve, Cassida rubiginosa
Groene distelschildpadtor larve, Cassida rubiginosa
Groene distelschildpadtor, Cassida rubiginosa
Een andere soort schildpadtor die je op distels kunt vinden is Cassida vibex, Roestige distelschildpadtor
Groene distelschildpadtor, Cassida vibex
Groene distelschildpadtor, Cassida vibex
Nog een soort schildpadtor Cassida vittata vind ik eind december onder een dood blad van de Schoenlappersplant. Je moet om de soorten schildpadtorren uit elkaar te kunnen houden ook de onderkant fotograferen.
Cassida vittata
Cassida vittata
Larven van Cassida stigmatica doen het wat schoner die bewaren alleen de oude huidjes en doen er geen mest bij. Zelfs op de pop zie je de oude vervellingen zitten. Het geeft een goede camouflage, op een foto van een ander insect zag ik een larve van deze schildpadkever. Bij het maken van de foto had ik er geen aandacht aan besteed. Het lijkt met zijn groen en bruin op een stukje oud blad. Op de foto's kun je verschillende stadia zien. De larven, de pop, de uitgekomen pop en de volwassen kever. Deze kevers heb ik gefotografeerd op boerenwormkruid, Tanacetum vulgare een wilde plant die we bewust op enkele plaatsen in onze tuin hebben staan.
Cassida stigmatica, larve
Cassida stigmatica, pop
Cassida stigmatica, pophuid
Cassida stigmatica, imago
Als het heel warm is in de zon, komen de zandroofkevers (ook zandloopkevers genoemd)
(Cicindela hybrida) op het gele zand van de zaksloot naar insecten zoeken.
Het gele zand heeft ook een grote aantrekkingskracht op vliegende mieren. Combineer je deze twee,
dan heb je het resultaat van de eerste foto, een zandroofkever heeft een juist gelande mier te pakken.
Op de andere foto's zit een zandroofkever te wachten op een steen zodat hij de omgeving goed kan overzien.
De laatste drie foto's zijn van Cicindela campestris,
de groene zandloopkever. Deze soort zie ik heel zelden in de tuin en ik heb de indruk dat deze soort juist een
donkere bodem prefereert, deze zit op de houtsnippers van het pad.
Zandroofkever eet mier, Cicindela hybrida
Zandroofkever op de uitkijk, Cicindela hybrida
Zandroofkever, Cicindela hybrida
Groene zandroofkever, Cicindela campestris
Groene zandroofkever, Cicindela campestris
Groene zandroofkever, Cicindela campestris
Tijdens het fotograferen van de zandroofkevers kom ik een vrij grote snuitkever tegen. Volgens de snuitkeverspecialist Theodoor Heijerman, betreft het Cleonis pigra. (Hartelijk dank voor de determinatie.) Deze soort leeft van de distel en andere composieten, de vraat van de larven veroorzaakt een soort gal op de plant.
distelgalsnuitkever, Cleonis pigra
distelgalsnuitkever, Cleonis pigra.
De Johanneskever ook rozenkever of tuinkever genoemd, Phyllopertha horticola. komt in mei en juni vaak erg veel in de tuin voor. De larven kunnen veel schade aanrichten aan het gazon, ze eten de wortels van het gras. Als ze massaal in het grasveld voorkomen ligt het gras los op de grond. Krijgen de vogels, merels bijvoorbeeld, dit in de gaten, dan kun je beleven dat het grasveld omgeploegd lijkt. De merels trekken het losliggende gras weg en doen zich te goed aan de engerlingen, zoals de larven worden genoemd. De kevers eten van de bladeren en knoppen van planten en kunnen schade aanrichten als er heel veel zijn.
Johanneskever, rozenkever of tuinkever, Phyllopertha horticola
Andere insectengroepen op deze site zie index: dieren
Voor de determinatie van kevers aan de hand van foto's kun je terecht op het forum:
forum.waarneming.nl.
Een goede Duitse vergelijkingpagina van foto's van: kevers.