Ik ben de buitenkater.
Ik ben de buitenkat, een je weet wel kater, ik kwam hier aanlopen en omdat mijn kleur prima bij de huiskatten past heb ik me kunnen inbedelen. Het heeft even geduurd maar als kat heb ik geduld en na een week bedelen werd ik buiten gevoerd en wist ik dat ik had gewonnen. Na veel langer wachten mocht ik ook in huis, ik moest me wel inhouden tegen die twee huiskatten, anders had de baas me er vast en zeker uitgegooid.
In de tuin ben ik baas.
De tuin is erg lang en eigenlijk bestaat hij uit twee delen. Het deel rond het huis is
mijn terrein en daar verjaag ik alle katten. Behalve die zwarte kater van een paar huizen verderop, die is
me daar toch sterk en vlug, daar kan ik echt niet tegen op.
Achter dit deel van de tuin ligt de zaksloot, een
erg brede waterberging, voor als er echt heel veel regen valt. Deze meestal droge sloot is ook mijn domein,
hier kan ik ook met de baas spelen.
In de zaksloot ben ik ook baas.
Hierachter ligt nog een stuk tuin dat net is ingericht en hier voel ik me nog niet helemaal thuis. Soms doen de zwaluwen hier schijnaanvallen in duikvlucht en als je ze niet ziet aankomen, wat meestal het geval is, schrik je verschrikkelijk als ze vlak over je heen gaan en je met de vleugels aanraken. Bij voorkeur ga ik hier ook niet alleen naar toe, maar samen met de baas of bazin. Hier ben ik extra op mijn hoede en ben soms toch wel wat bang.
Achter in de tuin voel ik me niet zo zeker.
Soms zelfs zeer onzeker!
In de tuin speel ik met de baas, ik doe dan of hij me niet ziet en besluip hem op het gazon. Dan met een vaart op hem af, hij schrikt er ook nog van.
Als ik plat op de grond lig zie je me niet.
Mijn bazin heeft een oogje op me en dat koester ik. Door bij haar op schoot te gaan liggen
is het me gelukt om nu een groot deel van de dag binnen te mogen slapen. Zelfs mag ik 's avond met de bazen
naar bed, ik lig lekker tussen ze in aan het voeteneind.
Vervelend maar ik kan en niets aan doen, om vijf
uur moet ik nodig en dan wil ik er uit, die kattenbak vind ik niets. Mijn bazin is wel zo gek om
me er uit te laten. Het lukt me nog niet goed om na een kwartier weer binnen te komen, al het krabben aan
de buitendeur van de slaapkamer heeft nog niet het gewenste resultaat, maar ik heb geduld.
De beste truc om aardig te worden gevonden door de bazin is om je even aan te laten halen op schoot en te doen of je het leuk vindt.
Zo vindt mijn bazin me het liefst
Het is maart 2009 en ik weet niet wat ik er van moet denken, komt er een echte kater in mijn territorium die ik natuurlijk wil verjagen. Wat doet hij, hij onderwerpt zich, maar gaat niet weg. Integendeel, als ik opsta loopt hij op twee meter achter me. Eerst heb ik nog geprobeerd hem weg te jagen maar hij is zo vasthoudend en heel niet agressief, eigenlijk gedraagt hij zich heel lief. Van dit gedrag snap ik niets. Mijn baas vindt het ook maar niets, ik hoorde hem tegen mijn bazin zeggen: "Oh nee hè, niet nòg een rode kater". Hij heeft foto’s van hem gemaakt en die bij de plaatselijke supermarkten aangeplakt met een tekst van aangelopen en af te halen. Nadat Karel (zo noem ik hem maar) de hele dag achter me aan heeft gelopen, ben ik hem beu en heb me in huis laten nemen.
Mooie Karel.
Vannacht wilde ik in mijn slaapkamer voor in het huis slapen, daar staat het
raam altijd open en staat een mand en voer voor mij.
Wat dacht je wat, komt Karel ook binnen en kruipt bij
me in de mand. Maar daar ben ik niet van gediend, ik ben dan wel geen echte kater meer maar met een
echte kater.. hè néé. Slapen was er niet bij deze nacht, hij zat steeds achter me aan.
Wat was ik blij dat de bazin vanochtend de deur van de kamer opende, ik sprong al krijsend naar haar toe en
zag tot mijn afgrijzen dat Karel ook mee in huis mocht. Dat mens heeft ook niets door. Karel was bang in de
kamer, ging voor de deur staan en werd er tot mijn grote opluchting uit gelaten. De rest van de dag
heb ik eindelijk ongestoord kunnen slapen, binnen, de hele verdere dag.
’s Avonds ging ik naar buiten en
daar was Karel weer, twee meter achter me.
Ik liep de schuur in en bleef achter de deur staan wachten tot hij binnen was. Toen heb ik hem gegrepen,
overal lagen plukken haar en dat was de volgende dag ook het enige wat mijn baas van Karel terug vond, hij
was weggegaan, nu ik hem duidelijk had gemaakt zijn avances niet op prijs te stellen, het was wel een mooie
kater, zag er tot in de puntjes verzorgd uit. Een dag later is hij nog een uurtje terug geweest. Na nog een
uitval van mijn kant heb ik hem niet weer gezien, eindelijk weer rust.
De baas heeft deze foto's gemaakt van Karel voor het aanplakbiljet.
Mooie Karel.
Mooie Karel.
Er ligt sneeuw en het vriest. Dit is niet mijn hobby, wil de baas ook nog dat ik met hem mee ga helemaal achter in de tuin. Hij was gelukkig al eerder een eind de tuin ingeweest en daardoor kon ik in zijn voetstappen lopen, zak ik niet zo ver weg in dat witte spul. De baas had weer eens zijn fototoestel bij zich, even dacht ik ha we gaan terug maar nee hij moest even een foto maken. Bij de zaksloot heb ik een stukje voorop gelopen, toen was het genoeg, hij zijn foto's en ik terug.
Ik ga niet verder.
Wil best even kijken.
Gaan we terug?
Ik ga terug.
De sneeuw en de vorst zijn echter niet alleen maar negatief. Door de kou mag ik binnen slapen en de bazen zijn om een of andere reden alle dagen thuis. We hebben nu meerdere dingen van elkaar geleerd. Ik ga niet meer zeuren om drie of vijf uur om er uit te mogen, maar doe mijn plas op die rare bak. Hier kwam ik achter nadat ik er weer eens om drie uur uit werd gelaten, maar er pas weer ingelaten werd tegen zessen, de tijd dat mijn bazen normaal opstaan. Nu heb ik uitgevonden dat, als ik er tegen zessen uit ga, ik er na tien minuten ook weer in gelaten wordt. Zo is het nu voor mij mogelijk om de hele nacht en een groot deel van de dag binnen te blijven slapen. Zodra het niet meer vriest vind ik het echter heerlijk om boven in de schuur te slapen. Dat is pas vrijheid, ik kan gaan en komen wanneer ik daar zin in heb.
Het is weer maart en ondanks dat ik geen echte kater meer ben wil ik wel baas in
mijn eigen tuin blijven. Goed af en toe kost dit wat moeite, de vorige ontmoeting met die wit potige, grijze
kater die mijn terrein wil innemen had een flink gat in mijn borst tot gevolg. Ik heb daar enkele dagen erg
veel last van gehad en voelde me bepaald niet lekker. Heb een dag nauwelijks gegeten en ben ook maar niet
meer dan nodig naar buiten gegaan.
De laatste ontmoeting verliep iets beter, een diepe kras op een ooglid en over de neus, maar het is na een
dag al veel minder pijnlijk. Na het gevecht
schreeuw ik dat ik naar binnen wil. Ik schaam me wel een beetje dat ik nu weer beschadigd ben.
Wat denk je dat de baas en bazin doen als ze me binnen laten, gaan ze naar me zitten kijken. Ik vind dit niet leuk,
schaam me al genoeg en dan hoef je niet zo te kijken. Daarom ben ik de trap op gelopen en ben boven in de
boekenkast gaan zitten met men rug naar ze toe. Dit had het gewenste effect, ze gingen weer zitten en laten
me verder met rust. De baas moest enkele dagen later nog zo nodig een foto maken, maar de wonden zijn dan al
een stuk opgeknapt, al zie je nog wat zwarte strepen.
Krabben op neus en ooglid
Het is eind maart en die vreselijke kater laat zich gelukkig niet meer zien, ik ben weer baas in de tuin. Zo tegen de avond, bij mooi weer, hou ik er eigenlijk best van om op de bank rond de kastanje boom te zitten. Je kan dan mooi de hele tuin overzien. Het zit heel strategisch en ik kan goed zien wanneer de baas en bazin gaan eten, dat moet me niet ontgaan, want dan is er altijd vla, het restje uit het pak is voor mij. Als het pak nog niet leeg is heb ik er geen probleem mee dat ik gewoon wat uit het pak op een schoteltje krijg.
Op de bank
Op de bank
Op de bank
Op de bank
ik onder de auto
Vertel het niet aan de baas, die is een beetje boos als ik weer eens achter de vogels aan zit.
Die dode zwaluw die laatst in de schuur lag was ook niet helemaal uit zichzelf dood gegaan. Geef mij maar de bazin,
haar redenering is dat het de natuur is. De baas speelt altijd gemeen, als ik een vogel besluip weet hij wel dat ik
niet luister. Hij klapt dan in zijn handen. Zo krijg ik zo'n vogel natuurlijk nooit te pakken.
In de schuur waar ik op de zolder altijd slaap, zit weer een zwaluwnest. Herriemakers zijn het en die ene had ik
mooi te pakken. De overgebleven vogels zijn toch gaan broeden en nu zit er een heel nest vol jongen. Het vliegt
af en aan in mijn schuur. Dit ergert me mateloos maar wat nog veel erger is, ik kan niet meer rustig buiten lopen.
Zodra ik me op de straat vertoon maken die
zwaluwen een bepaald geluid, waardoor alle zwaluwen van de buurt naar
ze toe komen en met zijn allen maken ze dan duikvluchten op mij. Je schrik je dood als er weer zo'n krijsend beest
vlak achter je kop optrekt. Ze hebben al lang door dat ik ze niet zie aankomen als ze van achteren komen. Het gevolg
is dat ik steeds in dekking moet, onder de bank, de auto of tussen de struiken en planten. Achter op de tuin kan ik
alleen nog lopen als een van mijn bazen erbij is. Zelfs mijn favoriete plek op de auto vanwaar je een goed uitzicht
hebt, is niet meer veilig. Lig ik een beetje met mijn rug naar het pad komen ze weer ongezien aanvliegen en
beginnen vlak achter me te schreeuwen. Van mij mogen ze vlug vertrekken.
Komt er weer een aan?
Gelukkig, het is weer goed gegaan.
Een beetje schaam ik me er voor, maar ik zal eerst het probleem even uitleggen. De baas wil geen kattenluik in het huis hebben, hij laat me wel in en uit. Nu moet ik duidelijk maken wanneer hij me erin of eruit moet laten. Binnen lukt dat aardig, één gil van mij, hoe zacht ook, is voldoende voor een reactie. Wacht hij te lang dan krab ik aan de deur en meestal wordt er dan zeer snel gereageerd. Als ik in de serre zit, ziet en hoort hij me iets minder goed maar kan ik gelukkig zelf de buitendeur open maken. Dat is niet de bedoeling, want Klein kan zo ook naar buiten en dat mag niet. Vaak wordt de deur op slot gedraaid als Klein en ik in de serre zijn. Dan spring ik tegen de deur op en maken de sleutels en de deur lawaai, met het gewenste resultaat: ik wordt uitgelaten. Dan komt het probleem hoe kom ik weer binnen. 's Avonds als het donker is krab ik aan de schuifdeur van de kamer, dat is de manier om binnen te komen. Als ik laat ben en het licht in de kamer is uit, moet ik opschieten en naar de buitendeur van de slaapkamer lopen en eraan krabben en schreeuwen. Zo kom ik dan nog binnen, ik mag al maanden lang binnen slapen. Overdag ga ik op de tafel voor het grote raam zitten of op de bank voor het keuken raam. Als ze me zien vragen ze me binnen. Gek genoeg helpt het niet als ik voor de buitendeur ga zitten en zo toch duidelijk aangeef dat ik erin wil. Nu heb ik ontdekt dat als ik een paar meter vanaf de deur op een bepaalde plek ga zitten, ik direct wordt binnengelaten door de baas. Ik doe dit al maanden, ga zitten en kijk naar de deur, dan komt de baas open doen. Ik had al verteld dat ik me een beetje schaamde, ik hoef helemaal niet naar de deur te kijken. Als ik op het bepaalde plaatsje ga zitten, kan de baas me net zien van achter zijn computer waar hij altijd zit. Dat ik daar niet eerder achter ben gekomen.
mijn binnenlaat plaatsje
op de bank voor het keuken raam
op de bank voor het keuken raam
Water drinken doe ik vaak en ik beschouw mezelf als een kenner. Het liefst drink ik regenwater. Er staan een aantal regentonnen in de tuin met daaronder een kuip waaruit het water wordt geschept voor de planten als dat nodig is. Meestal staat het water daar zo hoog dat ik erbij kan.
Nu staat er een bloempot op de tafel voor het grote raam met regenwater erin. Dit is heel makkelijk, ik kan eerst even drinken en dan weten ze meteen dat ik er ben en naar binnen wil. Nu is de baas wel eens iets te vlug en dan moet hij maar even wachten, eerst mijn dorst lessen.
regenwater drinken
regenwater drinken
nog even wachten, dan kom ik binnen
regenwater drinken
Volgens mij heb ik al eens verteld dat ik het goed met de bazin kan vinden. De laatste tijd gaat onze band erg ver, ik mag bij haar slapen, zeer tot ongenoegen van de baas. Die maakt grapjes over de bazin, zo van gaat ze alweer met een kater naar bed. Hij doet maar, ik heb lekker gewonnen. Zelfs als ik nog even naar buiten wil vlak voor ze gaan slapen, wordt ik nog netjes binnengelaten als ik aan de buitendeur van de slaapkamer krab. De laatste tijd zelfs als het licht al een tijdje uit is. Ik heb er lang op moeten wachten, maar het is gelukt. Ik heb me wel aan moeten passen, ik wordt er niet eerder weer uit gelaten dan wanneer een van beiden uit bed stapt. Ik probeer nog wel eens met mauwen om er uit te kunnen maar daar reageren ze niet meer op.
slapen
Maart en dit keer de warmste maart ooit gemeten. De baas en bazin zijn in de tuin aan het werk.
Als ze thee gaan drinken wordt ik er ook bij gehaald en moet ik eigenlijk bij de bazin op schoot.
Dat is thuis best leuk, als je koude poten hebt ben je zo weer op temperatuur, maar buiten in de zon en
dan op schoot, hoe bedenkt ze het.
Het liefst zit ik dan onder de stoel in de schaduw, laten ze me daar niet
met rust dan vertrek ik en ga wel ergens onder een boom liggen, voor mij is in de zon liggen niets.
Bij dit mooie weer is de baas nog actiever met zijn fototoestel dan anders, je krijgt er wat van.
Iedere keer moet ik kijken en doet hij van alles om mijn aandacht te trekken. Vooral als die grote lens
op zijn toestel zit ben ik vaak het slachtoffer. Dat was vandaag ook weer het geval, loop ik rustig onder een
tuinstoel doet hij weer iets en jawel hoor ik sta er weer op.
onder de stoel
onder de kruiwagen, uit de zon en bij de bazin
Er is het vorige jaar veel veranderd. de buren, met katten waar ik vaak mee vocht, zijn vertrokken. Er was op het laatst
maar een kat meer die veel binnen bleef. Ik ben dus de baas en heb geen last van andere katten.
Nu hebben we nieuwe buren en die hebben maar liefst zes katten, die ik allemaal in de tuin tegen kom. Vaak lopen ze ook langs de serre
en drinken uit de vijver of een van de regenwater bakken die in de tuin staan.
Waar het aan ligt weet ik niet,
maar vechten doen deze katten niet. Ze zijn kennelijk gewend aan het samen zijn door hun aantal en nemen aan dat ik er ook bij hoor.
Een heel vreemde ervaringen heb ik gehad, met een nog heel jong rood katertje.
Loop ik naar buiten, komt dat jonge ding onder mijn auto vandaan en loopt zo naar me toe om me kopjes te geven.
Tja, daar weet ik geen antwoord op, sta je daar raar te kijken met zo'n jong ding, wat moet ik daar nou mee, ik ben helemaal geen
aanhalig type. Nu komt hij mij ook nog uitdagen om te spelen, nou mij niet gezien.
zullen we spelen?
toe kom spelen
waarom geef je me een klap?
zag je dat, hij slaat
Een jong vrouwtje, Mini, een driekleur wil vaak met me spelen, ze loopt dan snel achter me aan en stopt zodra ik me omdraai, ik zie hier de lol niet van in, het zal wel weer over gaan.
Mini
Er is ook nog een volwassen, rode, je weet wel kater, Max, die is ook erg makkelijk en vecht echt niet. Max ligt graag in de kas op hetzelfde plekje waar ik ook vaak lig, nou ja als hij er is ga ik wel even ergens anders heen.
Max
Max
Vooral nu het erg koud is ben ik weinig buiten. De bazin zegt dat ik echt een oude kater wordt, ik ben heel veel binnen en lig tegenwoordig bij voorkeur bij de baas op schoot, het kan verkeren, eerst konden we het niet zo met elkaar vinden, maar het ligt zo lekker warm.
ikke
De achtertuin is wel van mij maar het is wel ver en je ruikt er ook andere beesten dan katten. Ik voel me wel verplicht om mijn terrein bij te houden en dus moet ik er wel heen om het te markeren. Van harte doe ik dat niet, waarom zou je ook, met de buurkatten heb ik vrede gesloten. Ik vecht niet meer met ze en ze lopen zo bij me langs, al of niet me begroetend. Het is net als bij mensen, de een groet wel de ander niet. Als ik me dan heb voorgenomen de tuin in te gaan en de baas is buiten, ga ik naar hem toe en strijk een paar maal langs zijn benen. Hij is redelijk intelligent en snapt meestal na een paar keer dat ik met hem aan de wandel wil. Vaak doe ik dit als hij met een fototoestel bezig is, we lopen dan de tuin in en af en toe ziet hij wat waar een foto van moet worden gemaakt, dat geeft mij de mogelijkheid overal rustig een geurvlag te plaatsen. Laatst stond hij erg lang aan het begin van de zwemvijver en ik was al naar de andere kant gelopen. Wat meen je dat hij doet, springt in de vijver en komt snel op me af zwemmen. Dit vind ik niet leuk, ik moet niets van zwemmen hebben en je weet maar nooit wat die baas van me van plan is. Ik ben hem dan ook maar heel snel gesmeerd.
alle tijd om te markeren
Het is koud en ik hou daar niet van. Ik lig het liefst bij de baas op schoot en als hij opstaat 's morgens kan ik haast niet wachten tot hij op een geschikte stoel gaat zitten. Soms zit ik op hem te wachten en als het te lang duurt schreeuw ik maar eens even. Ik heb nog een leuk plekje ontdekt. Een laag zitje dat bij de houtkachel staat. Als de kachel brand is het een ideale plaats om een slaapje te doen, heerlijk gewoon.
heerlijk voor de kachel
In het verleden kwam ik alleen in het donker bij de schuifpui naar binnen, mijn bazen zagen me dan niet bij de serre zitten. Nu ga ik er ook overdag heen als ik al even heb zitten wachten bij de serre, het werkt ook, ik wordt dan binnen gelaten.
voor de schuifpui
Drie buurkatten doen nu toch wat moeilijk, er is een kater volwassen geworden en die bedreigt me, twee volwassen poezen zijn me nu ook te sterk, bij voorkeur ga ik niet naar buiten als ik die katten zie. Helemaal kom ik nu vrij weinig buiten, binnenkat zijn heeft toch vele voordelen. Lekker warm, geen katten die van alles met je willen, kortom lekker rustig, warm en veilig. Die kattenbak is ook zo slecht nog niet, ik merk dat ik hem steeds vaker gebruik.
Afgelopen zomer heb ik een probleempje gehad met mijn kiezen. De brokjes waren me veel te hard en kon ik niet meer bijten zonder dat het wel heel erg pijnlijk werd. Het probleem werd steeds erger en op een gegeven moment vond de baas dat ik erg weinig at en ook mager werd. Hij heeft het nog een week bekeken en nam me toen mee naar de dierenarts. Daar moet ik niets van hebben, het begint er al mee dat ik in een mand mee moet in de auto. De hele weg protesteer ik luidkeels al helpt het me weinig. Dan moet je in een kleine kamer uit de mand op een gladde tafel. Daar werk ik niet aan mee. Maar zelfs de baas laat me dan in de steek en trekt me gewoon uit de mand. Die mevrouw die er was keek in mijn mond en zei dat er kiezen uit waren, ten minste gedeeltelijk en dat er twee ontstoken waren. De volgende dag had ze wel tijd om er wat aan te doen. Dus weer in de mand en mee naar huis. De andere dag weer heen en krijg ik een een injectie van die mevrouw. Aan het eind van de dag wordt ik weer wakker, ben duizelig maar mijn mond heeft niet meer die zeurende pijn. Ik lig als ik wakker wordt niet in de mand maar in een kooi en op een gegeven moment komt de mevrouw me er uit halen en wil me in de mand doen. Nou mooi niet wat denk ze wel dat ik daar in ga. Na een half uurtje lukt het haar toch en dan neemt ze me mee naar de baas. Had ze dat nu meteen gezegd.
Ik kan weer gewoon eten en voel me weer veel beter. Ik heb echten niet meer de behoefte de baas te spelen in de tuin, ik kom er nauwelijks meer, vooral nu het zo koud is. Als ik nog eens naar buiten ga zit Mike de buurkater steeds naast me, wil nog steeds spelen wat ik niet wil. Ik zit veel liever binnen bij de baas op schoot. Desnoods zit ik op de rug van de bank, kan ik naar buiten kijken. Ik heb de bazen horen zeggen dat ze vinden dat ik oud wordt, alsof ze dat zelf niet worden. 's Avonds zit ik meestal bij de bazin op schoot, de baas wil me niet de hele dag hebben en zet me er soms gewoon af of laat me er niet op. Zit ik rustig op de bank, merk ik dat hij weer foto's maakt. Tja, voor wat hoort wat, na enkele foto's ga ik maar eens naar hem toe, nu mag ik toch wel?
poetsen op de bank
poetsen op de bank
hoor ik iets?
Oh weer foto's
He, wacht eens
Dan mag ik nu wel op schoot zeker?
Enkele maanden geleden voelde ik me erg slecht, het eten smaakte niet en ik at niet meer, alleen nog wat drinken. Nadeel was dat ik dan ook moet plassen maar daar deed ik niet moeilijk over als ik moest deed ik het, daar waar ik stond. Ik liep kleine rondjes in de kamer en verstopte me in de hoek achter het oud papier. De baas hoorde ik zeggen dat ik dood zou gaan, maar na een kleine week voelde ik me wat beter en ben weer begonnen te eten. Het gaat nu weer goed met me maar er zijn een paar dingen die anders zijn. Ik loop een beetje mank, trek met een voorpoot. Het grootste verschil met voor mijn ziekte is wel dat ik mijn bazen niet meer hoor, het is aldoor vreemd stil. Naar buiten ga ik nauwelijks meer, even over de straat bij de achterdeur vind ik ver genoeg. Laatst was ik wat verder gelopen en wist ik niet meer hoe ik terug moest. Gelukkig kwam de baas me zoeken en nam me op de arm mee naar binnen. Sindsdien ga ik niet echt meer aan de wandel.
ik hoor niet wat je zegt
Het gaat slecht met me, ik kan niet meer opstaan en wil ook niets meer, het is genoeg geweest.