Auberge les Myrtilles, vroeg in de morgen
Op de foto hierboven de herberg van Anouk en René Kesseleer in Salau/Couflens, een uitstekende plaats om je vakantie door te brengen. Dit leuke verblijf diende als uitganspunt voor de wandelingen in de omgeving.
De determinatie van het dier op de foto is onzeker, het kan ook nog een lichte vorm van Bilobella braunerae zijn, omdat er iets van rood te zien is op de kop. Deze soort zat onder een stukje dood hout samen met Monobella grassei en Deutonura monticola.
Bilobella aurantiaca of Bilobella braunerae
Bilobella aurantiaca of Bilobella braunerae
Een grote soort 2,5 tot 3 mm, met een blauw grijze kleur.
Deutonura monticola
Deutonura monticola
Deutonura monticola
Deze soort wordt sinds 2016 ook in Nederland gevonden. De dieren zijn geel wit van kleur, vooral de jonge exemplaren zijn bijna wit. Meestal vind ik ze op zeer natte plaatsen.
Monobella grassei
Monobella grassei
Onder stenen aan de kant van een bergweg vind ik een veel op Orchesella cincta lijkende soort, maar de tekening is toch duidelijk anders. Het blijkt Orchesella arcuata te zijn. Tussen twee gele dwarsstrepen een geheel zwart segment en daarachter een licht gekleurd segment met bijna achteraan een zwarte streep.
Orchesella arcuata, juveniel
Orchesella arcuata, juveniel
Dit dier is duidelijk anders dan de soortten die in Nederland voorkomen. De soort kenmerkt zich door de onderbroken zijstreep.
Orchesella kervillei
Orchesella kervillei
Onder een oude plank zie ik een Dicyrtomina minuta en een soort die lijkt op Dicyrtomina ornata maar deze heeft een geheel gele kop en de donkere vlek achter op hetlichaam lijkt ook niet goed. Na vergelijken van de foto's op www.collembola.org denk ik dat het Dicyrtomina violacea is, wat later wordt bevestigd door Frans Janssens. Het dier is nog niet volwassen.
Dicyrtomina violacea, juveniel
Dicyrtomina violacea, juveniel
Dit is een zeer speciale soort, het is een heel klein snel lopend dier, een ramp voor de macro fotograaf, vandaar enkele niet helemaal scherpe foto's. Het speciale aan deze soort is dat het waarschijnlijk een nieuwe soort voor de wetenschap betreft. De mening van Frans Janssens: I could not find a lookalike image in Bretfeld 1999. So it could be something new. Flickr.com
Sminthurinus spec.
Sminthurinus spec.
Sminthurinus spec.
Deze soort kennen we niet in Nederland. Het is een zeer klein beestje dat snel wegspringt als je iets te veel beweegt.
Sminthurinus signatus
Sminthurinus signatus
Sminthurinus signatus
Deze springstaart zie ik ook weer onder een oude plank. Het is een zeer klein en vlug bewegend dier met veel stekels op zijn kop. De soort is erg variabel in kleur.
Caprainea marginata
Caprainea marginata
Op een groot rotsblok hoog in de Pyreneeën zie ik een oorworm lopen, heel erg snel. Het dier heeft flinke afmetingen, de totale lengte zonder de scharen is ongeveer 19 mm. Aan de grote scharen kun je zien dat het een mannelijk dier is. Kennelijk wordt de soort niet veel gezien: Le Monde des insectes met alleen enkele waarnemingen uit dezelfde streek waar ik hem heb gevonden.
Pseudochelidura sinuata ♂
Een familie van moeilijk te determineren dieren, ze zijn kleiner dan 2 mm, wit van kleur en ze hebben haren. De antennes van deze dieren zijn vertakt.
Pauropoda
Pauropoda
In een publicatie van Dr. Scheller kun je lezen dat er van deze groep in de Ariège 15 verschillende soorten zijn gevonden (Scheller, 1996). Volgens Jean-Jacques Geoffroy zijn de dieren op de foto van de familie Eurypauropodidae, van het geslacht Acopauropus of van het geslacht Trachypauropus, beide komen in Frankrijk voor. Het zijn dieren van slechts een paar mm lang. Ik heb er meerdere exemplaren van gevonden, maar zie niet echt verschil, behalve tussen de twee exemplaren van de foto's hieronder, maar ik neem aan dat de lichte en nog kleinere op de onderste twee foto's een jong dier is, al weet ik dat niet zeker.
Acopauropus of Trachypauropus
Acopauropus of Trachypauropus
Acopauropus of Trachypauropus
Acopauropus of Trachypauropus
Acopauropus of Trachypauropus
In Nederland komen twee soorten Glomeris voor: Zwarte kogel, Glomeris marginata algemeen en Oranje kogel, Glomeris intermedia zeldzaam. In Frankrijk zijn er veel meer soorten, maar pas op de kleur is variabel. Een vast kenmerk zijn de lijntjes op het tweede rugschild (het grootste schild).
Oranje kogel, Glomeris intermedia
Oranje kogel, Glomeris intermedia
Deze soort komt alleen voor in de Pyreneeën, het is dus net als de volgende soort een endeem.
Loboglomeris pyrenaica
Loboglomeris pyrenaica
Loboglomeris pyrenaica
De eerste keer dat ik dit dier vond dacht ik dat het een dode uitgedroogde Glomeris was, totdat het begon te lopen. In de sleutel van Duborget staat alleen Trachysphaera lobata Fauna Europaea vermeldt voor Frankrijk ook Trachysphaera pyrenaica. De oplossing komt van de Franse experts. Het is een endemische soort van de Centrale Pyreneeën die al bekend is van de vallei van Salau-Couflens uit de cirque d'Anglade. Het verschil met T. lobata zit in de achterste schilden voor het eindschild die dragen maar één rij korrels waar de soort uit Het Centraal Massief er twee rijen heeft.
Trachysphaera pyrenaica
Trachysphaera pyrenaica
Trachysphaera pyrenaica
Trachysphaera pyrenaica
Dit is een kleine soort, tot 6 mm lang en 2,3 mm breed, slechts twee en half keer zo lang als breed, met maximaal 28 segmenten (Bröllemann, 1935). Ik ben niet helemaal zeker van de determinatie, er komt in hetzelfde gebied ook Hirudisoma pyrenaeum voor.
Hirudisoma latum
Hirudisoma latum
Een heel fraaie kleine miljoenpoot is Lophoproctus lucidus. Ik heb deze gevonden onder een stuk dood hout onder buxus struiken. Er zaten een aantal dieren van verschillende grootte in de spleten van het hout. Ze kropen nogal snel weg en ik heb dan ook maar een klein aantal foto's kunnen maken. Het kostte mij veel moeite achter de naam te komen, maar de Franse experts hebben me geholpen.
Lophoproctus lucidus
Deze soort komt ook in Nederland voor, maar het is zo'n mooie soort dat ik deze foto's uit Frankrijk er ook bij heb gezet. In Nederland vaak onder bast van dennebomen, in Frankrijk vond ik hem onder stenen.
Polyxenus lagurus
Polyxenus lagurus
In Frankrijk heb ik me verwonderd over de afmetingen van deze soort, ze worden veel groter in Frankrijk dan in Nederland. Ik had dan ook eerst het idee dat het een andere soort zou zijn. Bij de pissebedden komt het er op aan een goede foto van de kop en van de staart (telson) te maken, aangevuld met een foto van bovenaf heb je dan meestal genoeg om de soort te voorzien van een naam. De kleur is erg variabel.
Gewone Oprolpissebed, Armadillidium vulgare
Gewone Oprolpissebed, Armadillidium vulgare
Gewone Oprolpissebed, Armadillidium vulgare
Dit is een soort die me doet denken aan Oniscus asellus maar het laaste antennelid bestaat hier slechts uit twee delen en uit drie bij Oniscus asellus. Het dier vond ik op de oever van de rivier vlak voor de auberge, tussen het lange gras onder een tak.
Porcellio monticola
Porcellio monticola
Porcellio monticola
Dit is een mooi glimmende stevige soort met een drukke tekening, ik heb er niet veel van gevonden, maar meestal zaten ze wel met meerdere onder een steen.
Porcellio gallicus
Porcellio gallicus
Porcellio gallicus
Net als bij Oniscus asellus bestaat het laatste antennelid hier uit drie delen. Een makkelijk herkenning punt zijn de lichte vlekken op de staart segmenten. Deze soort komt veel voor in de omgeving van Salau.
Tiroloscia pyrenaica
Tiroloscia pyrenaica
Tiroloscia pyrenaica
Tiroloscia pyrenaica
Tiroloscia pyrenaica
Tiroloscia pyrenaica
In juni 2019 zien we zelfs een albinistich exemplaar van deze soort.
Tiroloscia pyrenaica
Tiroloscia pyrenaica
Tiroloscia pyrenaica
Een kleine soort die er behaard uitziet met de vele uitsteeksels op de schilden.
Sphaerobathytropa ribauti
Sphaerobathytropa ribauti
Sphaerobathytropa ribauti
Sphaerobathytropa ribauti
Sphaerobathytropa ribauti
In juni 2019 vond ik op meerdere plaatsen mooie rode pissebedden. Deze dieren deden me aan de mospissebed denken, ze waren ongeveer net zo groot en even snel.
Oritoniscus flavus
Oritoniscus flavus
Oritoniscus flavus
Een schorpioenvlieg die voorkomt in het zuid westen van Frankrijk en duidelijk afwijkt van de in Nederland voorkomende soorten. De vlekken in de vleugels zijn zeer sterk aanwezig, de kop kleur is rood zoals bij P. cognata, die juist een erg lichte tekening in de vleugels heeft. Het borst stuk heeft een oranje achtige kleur en is bij de andere soorten geel. Deze soort vond ik in de Cirque d'Anclade een prachtig dal met waterval in de buurt van Salau.
Panorpa meridionalis ♀
Panorpa meridionalis ♂
Een heel kleine, maar prachtige, soort. Gevonden op een grote rots onder de bomen dicht bij een beekje.
Mitostoma pyraeneum
Mitostoma pyraeneum
Mitostoma pyraeneum
Mitostoma pyraeneum, juveniel
Mitostoma pyraeneum, juveniel
De groep van de Nemastomella komt voor in Spanje, Portugal en Frankrijk. Het dier van de foto heb ik gevonden onder een oude plank naast de Auberge Les Myrtilles in Salau, de plaats ligt op een hoogte van 850 meter. Het is een zeer kleine hooiwagen, lichaamslengte kleiner dan 2 mm.
Nemastomella bacillifera
Nemastomella bacillifera
Bij deze soort zijn er nog wat onduidelijkheden over de naam, waar ik spoedig achter hoop te komen. De foto's zijn van nog niet volwassen exemplaren. De gevorkte palpen zijn kenmerkend voor dit geslacht.
Dicranopalpus cf. pyrenaeus, juveniel
Dicranopalpus cf. pyrenaeus, juveniel
Dicranopalpus cf. pyrenaeus, juveniel
Megabunus diadema vind ik een prachtige soort, met zijn fantastische oogheuvel. Het is een vrij kleine hooiwagen met een lichaamslengte tot 4 mm. Ze zitten vooral op de grote granietblokken waar wat mos op groeit. Als je naar zo'n blok steen toe loopt, zie je een heel parmantige kleine hooiwagen weglopen. Om van zijn prachtige uiterlijk te genieten zul je hem flink moeten vergroten. De voortplanting is meestal parthenogenetisch, dus meestal alleen vrouwtje. Ze komen voor in de Pyreneeën (Frankrijk en Spanje), Frankrijk aan de kust bij het Kanaal, Ierland, Engeland en Noorwegen.
Megabunus diadema
Megabunus diadema
Megabunus diadema
Op een afstand van minder dan 200 meter achter de Auberge Les Myrtilles vind ik onder een dode tak op de grond een kleine hooiwagen van een vorm die ik uit Nederland niet ken. Na veel zoeken kom ik met hulp van Hay Wijnhoven op de naam van het dier. Er blijken in de Ariège twee veel op elkaar lijkende soorten voor te komen. Een soort leeft vrij en een andere soort leeft in grotten. Dit dier is vrij gevonden en is dus Scotolemon lespesi de grottensoort is Scotolemon lucasi deze is lichter van kleur en verder is er veel overlap tussen de twee soorten. (Martens. Lingnau. 1985)
Scotolemon lespesi
Scotolemon lespesi
Scotolemon lespesi
Scotolemon lespesi
Kenmerkend zijn hier de vier uitstekende doorns achter op het lichaam en de grote doorn voor de oogheuvel. Het is een in Nederland erg zeldzame soort. Op het lichaam zitten haartjes zodat zand en ander klein spul eraan vastkleeft, daardoor zijn ze erg goed gecamoufleerd. Deze soort wordt 3,5 tot 4 mm lang, op de onderste twee foto's zie je een springstaart onder op de hooiwagen zitten, het is een Sminthurinus signatus zie ook bij de springstaarten.
Homalenotus quadridentatus
Homalenotus quadridentatus
Homalenotus quadridentatus
Homalenotus quadridentatus
Tot mijn grote verbazing vind ik in juni 2019 twee keer een Anelasmocephalus cambridgei. Van deze kleine soort heb ik in Nederland met veel moeite eens een exemplaar gevonden door in de buurt van Winterswijk de bosgrond uit te zeven op een bekende vindplaats. Hij is van de andere soorten Trogulidae te onderscheiden door de lange haren aan de poten en zijn meer ronde lichaamsvormen.
Anelasmocephalus cambridgei
Anelasmocephalus cambridgei
Anelasmocephalus cambridgei, lange haren op de poten
In de omgeving van Salau zie je vaak trogulus soorten en ik vind het erg moeilijk om de soorten te herkennen. Helemaal zeker ben ik niet van deze determinatie.
Trogulus closanicus
Trogulus closanicus
Graag wil ik enkele mensen bedanken voor de hulp bij het op naam brengen van de soorten
Anne Kediet, Arp Kruithof en Matty Berg voor hun hulp bij de oorwormen, pissebedden en miljoenpoten.
Frans Janssens voor zijn hulp bij de springstaarten.
Hay Wijnhoven voor zijn hulp bij de hooiwagens.
Jean-Jacques Geoffroy, Jean-Paul Mauriès, Monique Nquyen Duy en Franck Noel voor hun hulp bij de miljoenpoten.